8. Ruth
Ruth 3 : 2, 9 2 Nu dan, is niet Boaz, met wiens maagden gij geweest zijt, van onze bloedvriendschap? 9 En hij zeide: Wie zijt gij? En zij zeide: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd, breid dan uw vleugel uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser. In de geschiedenis van Boaz en Ruth…