A. Klein Haneveld
0

De Palestijnse staat – 34

De Palestijnse staat.

Zefanja 2 : 4, 5

4 Want Gaza zal verlaten wezen, en Askelon zal ter verwoesting wezen; Asdod zal men in de middag verdrijven, en Ekron zal uitgeworteld worden.

5 Wee den inwoneren van de landstreek der zee, den volken der Cherétim! Het Woord des HEEREN zal tegen ulieden zijn, gij Kanaän, der Filistijnen land! En Ik zal u verdoen dat er geen inwoner zal zijn.

“Stukken op het bord” in het Midden-Oosten

In het Midden-Oosten komen meer en meer “de stukken op het bord” te staan die een rol zullen spelen in en rondom wat de “70-ste week van Daniël” genoemd wordt. De volkeren waarover in Zefanja wordt gesproken worden tamelijk nauwkeurig gespecificeerd.

Het eerste volk waartegen “bedreigingen” geuit worden is het volk dat woont te Gaza, Askelon, Asdod en Ekron; vier plaatsnamen achter elkaar. Daarna wordt het genoemd de “inwoneren van de landstreek der zee”, de volken der Cherétim. Dat blijken de Filistijnen te zijn, nu bekend als de Palestijnen. Volgens de Bijbel zouden zij nog voor de “70-ste week” beschikken over een hoofdstad en dus… een Palestijnse staat.

Deze studie is beschikbaar als gratis PDF


De Palestijnse staat

De Palestijnse staat

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *