De toorn van God.
Romeinen 2 : 1-11
5 Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods.
6 Welke een ieder vergelden zal naar zijn werken; De toorn van God
7 Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven;
8 Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden;
Verantwoording afleggen tegenover de Allerhoogste
Ieder mens moet uiteindelijk tegenover de Allerhoogste verantwoording afleggen over zijn leven. De in het vlees geboren mens (gestorven of levend) zal het oordeel Gods niet ontvlieden. Dat komt echter niet in deze tijd, want God demonstreert zijn toorn nu niet.
God is al 2000 jaar lankmoedig en verdraagzaam. Hij geeft de mens voortdurend de gelegenheid zich te bekeren en tot geloof te komen in de Heer. God’s genade, die in Christus ontvangen is, doet de gelovige wedergeboren worden tot nieuwe schepping in Christus. Alleen om die reden komt een gelovige – een lid van de Gemeente – niet in het oordeel!
Aanvaard Zijn genade in Christus
Deze boodschap is “kracht Gods tot zaligheid” en destemeer reden om tot geloof te komen. Aanvaard Zijn genade in Christus, want wie het afwijst zal de toorn van God niet ontvlieden.