A. Klein Haneveld
0

54. Geest, ziel en lichaam

Geest, ziel en lichaam.

1 Thessalonicenzen 5 : 23

En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus.

Wanneer men spreekt over geest, ziel en lichaam, is men geneigd te denken dat de eerste twee begrippen zijn voor het onzienlijke deel van de mens. Men gaat er dan vanuit, dat de mens een onsterfelijke ziel hééft. Het wordt daarmee een abstract begrip van “iets” (de psyche) dat binnen in het lichaam zit. Echter: de mens – tijdens zijn verblijf op de aarde – ís een sterfelijke ziel!

“neshamah, roeach en nephesh”

De zeer wijdverbreide misvatting ontstaat doordat men niet kijkt naar de werkelijke betekenis van deze woorden in de taal van de Bijbel: het Hebreeuws. Het Grieks en het Nederlands beschikken eenvoudigweg niet over de juiste woorden. Daarom is het bij “geest, ziel en lichaam” beter te spreken van “neshamah, roeach en nephesh”. Dan zal blijken dat de Bijbel een heel helder licht werpt op deze begrippen.

Waar de neshamah, roeach en nephesh van de mens uiteindelijk naartoe gaan en hoe ze zich, in het geval van de gelovige, verhouden tot de Heilige Geest van God, leest u vervolgens ook in deze Bijbelstudie.

Deze studie is beschikbaar als gratis PDF


Geest, ziel en lichaam

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *