A. Klein Haneveld
0

Izak en Ismaël – 46

Izak en Ismaël.

Genesis 21 : 1-21

9 En Sara zag den zoon van Hagar, de Egyptische, dien zij Abraham gebaard had, spottende.

10 En zij zeide tot Abraham: Drijf deze dienstmaagd en haar zoon uit; want de zoon dezer dienstmaagd zal met mijn zoon, met Izak, niet erven.

12 Maar God zeide tot Abraham: Laat het niet kwaad zijn in uw ogen, over den jongen, en over uw dienstmaagd; al wat Sara tot u zal zeggen, hoor naar haar stem; want in Izak zal uw zaad genoemd worden.

De twee vrouwen van Abraham en hun zonen

In dit Schriftgedeelte liggen vele wetenswaardigheden opgesloten omtrent de twee vrouwen van Abraham en hun zonen. Eigenlijk moest Ismaël als oudste zoon het eerstgeboorterecht ontvangen. Hij moest daarmee een erfgenaam zijn van deze rijke – gelovige – Abraham, die ooit geroepen was uit Ur der Chaldeeën.

De erfenis van dé belofte van God ging echter naar Izak. God gebruikt Izak en Ismaël, en de volken die daaruit voort zijn gekomen, in Zijn plan. God gebruikt hen als illustraties om o.a. Zijn toorn en rechtvaardigheid te demonstreren.

Via welke Gods belofte vervuld wordt

Alvorens Gods belofte vervuld wordt, wordt ons eerst geïllustreerd via welke weg die belofte vervuld zal worden. Dat is via vernedering, verdrukking en dood, waarna er – louter uit geloof en genade – verheerlijking en leven zal zijn.

Deze studie is beschikbaar als gratis PDF


Izak en Ismaël

Izak en Ismaël

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *