Het dal der dorre doodsbeenderen – Ezechiël 37 : 1-8
De hand des HEEREN was op mij, en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen.
En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ziet, zij waren zeer dor.
En Hij zeide tot mij: Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, gij weet het!
Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN Woord.
Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den Geest in u brengen, en gij zult levend worden.
En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den Geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, elk been tot zijn been.
En ik zag, en ziet, er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en er trok een huid boven over dezelve, maar er was geen Geest in hen.
Ezechiël had het goed gezegd in deze profetie, maar het pakte anders uit. Er was wel een geluid en er was wel een beroering. De beenderen kwamen tot elkaar, zenuwen, vlees en huid kwam er overheen, maar Geest was er niet en kwam er ook niet (vers 7 en 8).
De Joodse staat is een dood lichaam
Wij kennen dat lichaam inmiddels vanuit de geschiedenis als de Joodse staat. 100 jaar geleden werd het initiatief genomen tot het stichten van die staat. Het zionisme ontstond en in 1948 was het zover. Die staat bestaat nog steeds, maar het is een dood lichaam, want er is geen Geest in. Het is een staat die in ongeloof tot stand gekomen is en nog steeds in ongeloof leeft. Dat dode lichaam wordt zowel in Deuteronomium 29 als in Matthéüs 24 genoemd.