Boekje: Hemel en aarde. Vertaling van “Himmel und Erde”.
In het 50 pagina’s tellende boekje “Hemel en aarde” zijn artikelen en tekeningen over het Bijbels wereldbeeld van Dieter, Fritz en Wolfgang Braun en Helmuth Diel bij elkaar gebracht. Er wordt ruim aandacht besteed aan het experiment van U. G. Murrow in 1897. In de kustplaats Naples in Florida lieten onderzoekers met een speciaal ontwikkeld meetinstrument zien dat het aardoppervlak concaaf is, d.w.z. een naar binnen toe gebogen lijn vertoonde.
Het boekje besluit met: “Maar als men dan ook nog leert dat exacte en wetenschappelijk foutloze metingen, die op elk moment herhaald kunnen worden, het wereldbeeld van de Bijbel bevestigen en dat zelfs de ruimtevaart hiervoor duidelijke bewijzen heeft opgeleverd, dan is er geen andere belijdenis meer over met betrekking tot het Bijbelse wereldbeeld van “hemel en aarde”: EN DE BIJBEL HEEFT TOCH GELIJK!“
Over het beeld op de voorkant (tekst achterzijde)
Het Bijbelse wereldbeeld is, in tegenstelling tot het massaloze, Copernicaanse of moderne wereldbeeld met zijn willekeurige mechanica en ijzige lege oneindigheid, een prachtig zelfvoorzienend organisme dat door God is geschapen. Zijn massa en verhoudingen zijn in perfecte harmonie met de algemene schepping. Het bijna exacte beeld hiervan is de cel, als kleinste bouwsteen van al het leven. (Het Griekse woord kosmos betekent eigenlijk: sieraad, orde!)
In het centrum van de kosmos (de wereld) bevindt zich de hemelbol met daarin de troon van God, het spirituele centrum van de wereld. Aan de buitenkant ervan schijnen de vaste sterren. Het zijn lichtpunten aan het firmament van de hemel. De planeten draaien om het firmament. Het hemelgewelf is niet zichtbaar op dezelfde manier als de aardschil dat is, het wordt alleen t.b.v. een beter begrip in de afbeelding of het model duidelijk gemaakt als achtergrond voor de vaste sterren.
Zeker is dat de kwaliteit van de fysieke krachten boven en binnen heel anders is dan hier beneden op aarde. Daarom schieten de aardse maatstaven in het hemelse rijk te kort en is het voor de wetenschap niet mogelijk om aardse ervaringen over te brengen naar het rijk van de hemelse werelden, omdat volgens het woord van God “geestelijke dingen” (alleen) voor geestelijke mensen te duiden zijn. “Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk (niet wetenschappelijk) onderscheiden worden.” (1 Korinthe 2 : 14)
De gestippelde cirkellijn markeert de dierenriem, die ook de baan van de zon is. In het elektromagnetische krachtveld van de binnenwereld is de dierenriem een fysieke realiteit waarvan de energie gedeeltelijk als licht en warmte via het resonerende lichaam van de zon naar de aarde wordt uitgestraald. (Vergelijk Openbaring 17 : 1)
De witte gebogen lijnen geven de voortplantingsrichting van het licht aan. Dit creëert dag en nacht, zoals te zien is aan de lichte en donkere helften van de aarde in de afbeelding. In de afbeelding staat de zon bij de Kreeftskeerkring en verlicht het noordelijk halfrond van de binnenwereld van dichtbij. Daarom is het hier hoogzomer en hebben de noordpoolgebieden 24 uur zonlicht. Tegelijkertijd is het op de zuidpool winternacht.
Het binnenoppervlak van deze kosmisch grote holle bol is ons aardoppervlak, waar mensen, dieren en planten leven.
Onder het aardoppervlak begint de onderwereld of duisternis en het ver-verwijderd-zijn-van-God, met de verschillende verblijf-plaatsen voor de doden en de plaatsen des oordeels (hel, etc.) Wat er buiten onze wereld is, weet alleen de Schepper. Maar het kan worden aangenomen dat de omstandigheden voor het leven steeds vijandiger worden naarmate de afstand tot het centrum van de wereld (de hemel) groter wordt. (Vergelijk Mattheüs 8 : 12 Griekse grondtekst: “… naar de duisternis buiten.“)
Ruimtereizen en de successen daarvan betekenen geen weerlegging van de binnenwereld, want die is hier net zo goed mogelijk. Foto’s van de “planeet aarde” bewijzen niet de volledige bolvorm van de aarde, maar geven slechts de gezichtscirkel op het binnenste omhulsel van de aarde weer. De grootte-verhoudingen van de continenten ten opzichte van de schijnbare aardbol bevestigen dit.
Al in 1897 werd door Prof. U. G. Murrow (USA) de concave (holle) kromming van het aardoppervlak vastgesteld via een wetenschappelijk exacte meting van het aardoppervlak. Deze nieuw ontdekte realiteit (waarheid) kon echter niet worden geaccepteerd, omdat het meer dan één dogma zou doen wankelen en omdat het een groot goddelijk geheim is dat, tot aan de algemene openbaring, alleen bedoeld is voor gelovige christenen en oprechte zoekers naar waarheid voor wie het Woord van God boven de wetenschap gaat.
2 reacties op "Hemel en aarde – boek"