Psalm 118 : 1-29 / Verwijzing naar het nieuwe verbond.
Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijne goedertierendheid is in der eeuwigheid.
Eerste vers van deze Psalm is het belangrijkste
Dit eerste vers van deze Psalm is eigenlijk meteen het belangrijkste. Hij wordt niet voor niets als eerste genoemd. Bovendien is het een verwijzing naar het Nieuwe Verbond, zoals we ook zullen zien in enkele andere verzen (goedertierendheid = genade, eeuwig verbond des vredes). In de eerste plaats is deze psalm een danklied, feestlied, lofzang tot Gods eer ter gelegenheid van de herbouw en inwijding van de tempel en van de terugkeer uit de ballingschap.
Het hallel
Dit is de laatste Psalm die deel uitmaakt van de Psalmen 113 t/m 118. Deze zes samen worden door de Joden het hallel genoemd. Hallel betekent lof. Ze worden gezongen aan de paasmaaltijd: Psalm 113 en 114 na de eerste beker (het klein hallel) en de Psalmen 115-118 na de derde beker (het groot hallel). Van het groot hallel is sprake in Mattheüs 26 en 30 en Marcus 14, en 26. Jezus zong het met Zijn discipelen tijdens het Heilig Avondmaal. Maar ook op andere grote feesten zongen de Joden het hallel.