Wijze en dwaze maagden.
Matthéüs 25 : 3, 4
3 Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie met zich.
4 Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen.
Veel christenen menen zich in de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden te herkennen en trekken de conclusie dat ze goed hun best moeten doen en netjes moeten leven om niet uit de hand van God te vallen. Maar spreekt de gelijkenis van de tien maagden daarover?
Deel krijgen aan Gods beloften door geloof
Men krijgt deel aan Gods beloften door geloof. Dat was altijd zo en zal ook in de toekomst zo zijn.
De gelijkenis van de wijze en dwaze maagden illustreert die waarheid, maar heeft geen betrekking op de tijd waarin wij leven. De Gemeente wordt niet – zoals de tien maagden – door de komst van de Heer verrast als door “een dief in de nacht”.
Als een dief in de nacht
Zijn komst als een dief in de nacht verwijst naar de terugkeer van Christus, nádat Zijn Gemeente al in de hemel is opgenomen en Hij zichtbaar zal zijn op de troon van Zijn heerlijkheid. De maagden symboliseren het Israël en de volken in díe dagen. De Bruidegom zal ook dán alleen degenen aanvaarden, die tot persoonlijk geloof in Hem gekomen zijn.