Tijdens Zijn omwandeling op aarde leerde en onderwees de Here Jezus Zijn toehoorders. In de eerste plaats natuurlijk Zijn directe volgelingen, maar doordat het opgeschreven is in de Bijbel, worden tot op de dag van vandaag mensen onderwezen in Gods plan met Zijn schepping.
Eén van de manieren waarop de Here Jezus Zijn toehoorders onderwees, was door het vertellen van gelijkenissen. Hij gebruikte in Zijn gelijkenissen situaties die we tot op de dag van vandaag (her)kennen. Denk aan de gelijkenis van de zaaier, of van de goede herder, van het onkruid, stuk voor stuk situaties die ook heden nog aanspreken en herkenbaar zijn. Het mooie aan deze gelijkenissen, maar dit gaat natuurlijk op voor de hele Bijbel, is dat er veel meer in verteld wordt dan je in eerste instantie begrijpt. Voor de nieuwsgierigen onder u naar de uitleg van deze gelijkenissen, zie www.bijbels-panorama.nl.
In dit stuk wil ik op heel eenvoudige wijze stil staan bij de gelijkenissen van de talenten en de ponden. Op geen enkele wijze pretendeer ik deze gelijkenissen recht te doen door ze te bespreken en het zal een verre van volledig stuk zijn waar het de betekenis en boodschap van deze gelijkenissen betreft. Wat ik wel wil zeggen met dit stuk is dat het mij onlangs trof dat de Heer hier complimenten geeft aan Zijn dienstknechten. goede en getrouwe dienstknecht
In de beide gelijkenissen gaat het over een Heer Die naar een ver land reist en Zijn dienstknechten achterlaat met ponden dan wel talenten. In Matthéüs 25:14 wordt gesproken over ‘Zijn goederen’. Hij geeft een ieder van Zijn dienstknechten naar hun vermogen met de opdracht: “Doet handeling, totdat ik kome”, in Lukas 19:13. Vervolgens vertrekt de Heer naar het buitenland. De knechten gaan ieder vervolgens met de opdracht en de hun toevertrouwde ponden danwel talenten hun eigen weg.
Dan komt de Heer terug en als Hij Zijn dienstknechten hoort vertellen over wat zij gedaan hebben met wat Hij hen gaf is hij complimenteus: “Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! Over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heeren”.
Wanneer je deze gelijkenissen over de geschiedenis legt, valt de parallel te trekken met de Heere Jezus en Zijn dienstknechten, wij dus. In Handelingen 1:8 vertelt Hij dat we de kracht van de Heilige Geest zullen ontvangen en dat we Zijn getuigen zullen zijn tot aan de einden der aarde. Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat de mensen tot wie Hij deze woorden sprak, in hun dagen deze woorden ook vervuld hebben. In de dagen van Handelingen ís het evangelie gepredikt over de hele wereld. En dit is gebeurd gedurende elke generatie sindsdien. Dat is mijn oprechte overtuiging. Wel zijn er tijden geweest dat het voornamelijk in het verborgene gebeurde, terwijl in andere perioden openlijker gepredikt werd.
Na Pasen volgde relatief snel Hemelvaart en ‘vertrok de Heer naar een vergelegen land’ en met Pinksteren volgde de uitstorting van de Heilige Geest in de harten der gelovigen, een ieder naar zijn vermogen. Sindsdien krijgt iedere gelovige die Geest in zijn hart op het moment dat hij tot geloof komt. Die Geest doet Zijn werk ín en dóór ons, naar de mate waarin wij vanuit geloof leven. En daar krijgen we nog loon voor ook! Sterker nog, wanneer wij voor de Heer staan en rekenschap af moeten leggen van wat wij gedaan hebben met wat Hij ons gaf, is de kans groot (2/3 volgens de betreffende gelijkenissen, maar hier durf ik geen geld op in te zetten) dat Hij tot ons zegt: “Gij goede en getrouwe dienstknecht!”.
Wat een compliment! Wat een geweldig compliment, God Zelf Die tegen ons, tegen u en mij persoonlijk zegt: “Gij goede en getrouwe dienstknecht!”. Stel je voor dat je voor de Heer staat, ik weet het, dit kúnnen we ons niet voorstellen, maar goed, Hij kijkt je diep in je ogen, legt een hand op je schouder, geeft je een schouderklopje en zegt: “Goed gedaan!”
Hij zegt niet: “Ja, dat was normaal! Je had Mijn Geest, dus natuurlijk deed je dat goed.” Nee, Hij is in alles ons gelijk geweest en weet hoe het is om mens te zijn, Hij wéét hoe zwak ons vlees soms is, hoeveel pijn en moeite het leven soms kan kosten. Natuurlijk, wat voor de één veel moeite kost is voor de ander een eitje. Sommige mensen worstelen met zaken waar de meesten ogenschijnlijk helemaal geen last van hebben. En de meeste mensen vinden het ook normaal dat men er geen last van heeft, want wat voor de meeste mensen geldt wordt al snel als norm beschouwd. Wanneer de meeste mensen ergens moeite voor moeten doen en enkelen dit makkelijk afgaat beschouwen die enkelen dat vaak als terecht en erkenning van het idee dat zij beter zijn dan de meeste anderen.
Maar laten we onszelf niet voor de gek houden. Ik weet het, 10 regels geleden zaten we met ons hoofd in de wolken en onze gedachten nog in hemelse sferen en nu is het opeens diep bukken naar het lage aardse niveau van onze dagelijkse omgang met onze medemens. Maar iemand zei mij eens: “Je houding ten opzichte van God wordt weerspiegeld in je houding ten opzichte van Zijn schepping en in de eerste plaats je naaste en je medemens.” En ik ben het daar persoonlijk wel mee eens.
Natuurlijk zijn er een heleboel dingen normaal om te doen en is het goed om je normaal te gedragen. Maar wees je ervan bewust dat we allemaal falen en tekort schieten. Niets menselijks is ons vreemd. We hebben allemaal gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. Echter, wees je er ook van bewust dat Jezus voor alle mensen gestorven is, dat voor God dus de mens juridisch dood is. Dat Hij voor onze zonden gestorven is, dat dus onze zonden vergeven zíjn, 2000 jaar geleden al.
Dus ja, we doen zonden, ja, we doen elkaar tekort, ja, het is een compliment waard als iemand iets goed heeft gedaan. Zeker waar hem of haar dat tot dusverre niet lukte ondanks dat het voor anderen de normaalste zaak van de wereld is.
Deze overdenking sluit ik graag af met de woorden van 1 Petrus 1, vers 22 en 23: Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart; Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.
Gij goede en getrouwe dienstknecht!
goede en getrouwe dienstknecht