De liefde van Christus dringt ons! Daar zitten die mensen toch niet op te wachten? Het is een misverstand te denken dat mensen, die het fysiek en materieel voor de wind gaat, niet zitten te wachten op de boodschap van het Evangelie. Sterker nog, ze kunnen er een brandend verlangen naar hebben. Het zijn veelal juist deze mensen die gemerkt hebben dat al die lichamelijke geneugten en materiële overvloed niet werkelijk verzadigen. Bij degenen die dit verlangen niet hebben, is het veelal toegeschroeid in een eerder stadium. Over het algemeen omdat zij geen verantwoording af willen leggen voor de dingen die ze doen of gedaan hebben. Een andere reden kan zijn dat men een verschrikkelijk leed heeft meegemaakt en voor zichzelf heeft besloten dat ‘als er dan een God is en die God grijpt niet in bij deze tragedie, dan willen zij niets met die God te maken hebben’ en besluiten ze zelf het heft in handen te nemen, niet zelden met veel succes. Hun gedrevenheid, en niet zelden verbetenheid, zorgt ervoor dat zij koste wat kost willen slagen in het doel dat zij voor zichzelf gesteld hebben.
Je doel gehaald en dan?
Wat er ook gebeurd, of je nu slaagt in wat je wilt bereiken of niet, het leven hier op aarde is eindig. Op een dag is het voorbij, en dan? De mensheid heeft wereldwijd en de hele geschiedenis door het besef dat er rekenschap afgelegd zal moeten worden van het leven hier en nu. Slechts een klein deel van de wereldbevolking koestert de illusie dat de mens niets meer is dan een verzameling chemische processen. Meer hierover in het artikel “Er is meer dan deze wereld en onze tijd op aarde”.
Veel mensen kijken eens om zich heen en besluiten dan: ‘Ik ben best oké, zeker vergeleken met…’ We leggen de lat niet veel hoger dan degenen binnen in onze eigen bubbel en besluiten dan dat de mensen in andere bubbels toch echt ergens de boot gemist hebben en tot inzicht gebracht moeten worden. Met allerhande middelen wordt de boodschap van verandering, vernieuwing en verbetering de wereld in geholpen en zelden gaat deze verder dan het aanleren van ander gedrag. Of over een ander voedings- dan wel bestedingspatroon, wat wezenlijk nog steeds hetzelfde is als mensen leren hoe ze zich moeten gedragen. Gewoon elkaar de wet voorschrijven dus. We hebben dan wel eerst zelf bepaald welke wet voor ons haalbaar is en hoe we dit kunnen toepassen voor de doelen die we onszelf gesteld hebben.
Het moet toch beter kunnen?
Op een of andere manier heeft ieder mens het besef dat het beter moet kunnen, dat het niet normaal is dat we ziek worden. Zo af en toe is er dan ook de vraag: “WAAROM dat lijden?” Deze vraag is over het algemeen makkelijk te beantwoorden met: “Door het egoïsme van de mens!” Er is wereldwijd geen tekort aan voedsel. Er wordt ruimschoots voldoende voedsel geproduceerd. Er is ruim voldoende aan allerlei grondstoffen voor een zekere mate van bestaan. Het probleem zit hem erin dat we niet voldoende willen hebben om te kunnen bestaan. We willen méér, mooier, groter en vooral steeds nieuwer. En wanneer groepen mensen al dan niet toevallig in gunstiger omstandigheden leven dan anderen blijken ze te denken dat het terecht is en dat het de uitwerking is van de keuzes die ze maken, ze genieten, gebruiken en verbruiken overmatig veel en dat gaat logischerwijze ten koste van andere mensen elders. Ziekte, honger, oorlog en dergelijke zaken, niet zelden zijn ze het gevolg van het feit dat mensen anderen niet ontzien om te krijgen wat ze willen hebben. Dat is niet het leed waar ik het hier over wil hebben, maar mocht u er meer over willen lezen dan verwijs ik u graag naar “Is God onverschillig voor het leed van de mensheid?”
Het lijden van de mens
Het lijden, de pijn en het verdriet van de uitwerking van de sterfelijkheid van de mens, is het gevolg van de zonde in deze wereld. En het brengt ons hopelijk ook het besef dat we niet gemaakt zijn voor deze wereld maar dat onze bestemming ergens anders ligt. Hierom zegt C>S. Lewis bijvoorbeeld: “Het Lijden is Gods megafoon!” Hij gebruikt het om een onwillige mensheid te roepen uit deze wereld.
Het is niet slechts de mens die oud of ziek wordt en sterft; het gebeurt alle leven op aarde. Zelfs de levenloze natuur is aan het verderf onderhevig. In de natuurwetenschappen veelal aangeduid met entropie, is het in feite gewoon chaos. Een ordeloze, vormloze bende, een massa waarin geen verschil meer is, maar waar alles gelijk is, geruïneerd. In politiek, maar zeker ook sociaaleconomisch en maatschappelijk opzicht is het ideaal van gelijkheid precies dat waar het op uitdraait: ruïnering, verwoesting en vernietiging van de verschillen. Het gemiddelde architectonische bouwwerk, een middeleeuwse kathedraal bijvoorbeeld, geroemd en druk bezocht wegens haar schoonheid, is een toonbeeld van ongelijkheid. Wil je de verschillen opheffen dan kan dit slechts door het met de grond gelijk te maken. Tenzij het in steen gehouwen of uit steen is opgetrokken is, gebeurt dit dan ook. Er zijn weinig gebouwen uit de oudheid die de tand des tijd hebben doorstaan. Alles wat gebouwd is, levende wezens of levenloze materie, die door levende wezens is vorm gegeven, het is allemaal aan verderf en slijtage onderhevig. Uit zichzelf vormt de natuur niets anders dan chaos, het is de kracht van het leven die één en ander in stand houd.
Het verschil tussen chaos en kosmos: orde en structuur oftewel de wetmatigheden
Deze wereld, de kosmos, kenmerkt zich door een zekere mate van orde, structuur en wetmatigheden. Van oudsher is dit bekend en bestudeerden de wijzen deze wetmatigheden om er het Plan van God in te ontdekken en een antwoord te vinden op de vraag: “Wat betekent dit voor het leven van de mensen? Wat is ons doel door de Schepper bedacht?” Naarmate we erin slagen om de dode materie te ontrafelen en onze wil op te leggen, verandert de doelstelling van het natuurwetenschappelijk onderzoek en wordt het steeds meer het vinden van een antwoord op de vraag: “Wat kan ik ermee? Hoe kan ik dit gebruiken voor mijn genot en gemak? Hoe kan de Schepping een doel hebben in mijn leven?”
Zo groot was Gods liefde voor Zijn Schepping dat Hij Zijn enige Zoon gestuurd heeft in de wereld. Niet om mensen verloren te laten gaan, maar juist om alle mensen te roepen om terug te keren naar de Vader. God houdt zielsveel van Zijn Schepping en van de mens (Johannes 3 : 16, 17). Hij heeft echter een hartgrondige afkeer van onze zonde(n) (1 Johannes 3 : 8). Hierdoor was er een onoverbrugbare kloof tussen Hem en ons. Deze kloof is overbrugd door het Kruis. Hij roept allen op om tot Hem te komen. In een duistere wereld bracht Hij het Licht (Genesis 1 : 3), door Zijn Woord(2 Korinthe 4 : 6), door Zijn Geest (Johannes 1 : 1-5). Door ieder mens waar Zijn Geest in woont, werkt Hij met passie (2 Timótheüs 1 : 7). Vol enthousiasme kwam Jezus naar de aarde, ‘om gebondenen vrijheid te prediken, om zieken te genezen en om doden het leven te geven’ (Luk. 4:18-21). Na de uitstorting van de Heilige Geest werkte God met dezelfde geestdrift door de discipelen (1 Thessalonicenzen 1 : 5). Vol enthousiasme gingen ze de wereld in om mensen te vissen uit deze tegenwoordige boze eeuw (Matthéüs 4 : 19, Markus 1 : 17, Handelingen 1 : 8, Galaten 1 : 4).
De waan van de dag
Ook nu nog, door middel van iedere individuele christen werkt Hij, drijft hen door de Geest (Filippenzen 2 : 13) met diezelfde boodschap: “Komt tot MIJ allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven”. (Matthéüs 11 : 28) Rust van alles waar we zo verschrikkelijk druk mee kunnen zijn. Al die dingen die nu zo belangrijk lijken, ons zo in beslag kunnen nemen. Dingen die over 40 jaar totaal onbelangrijk zullen blijken en waar men dan weer heel anders over denkt. Veel van de problematiek die ons, de mens, zo in beslag kan nemen komt namelijk gewoon voort uit de waan van de dag. Door alles wat we horen en zien kan ons blikveld wat in beslag genomen worden en vertroebelt raken. Het is als het rijden met de auto op een weg door een gebied met heel veel muggen en vliegen. Binnen de kortste keren is je hele autoruit beslagen met de lijkjes van die beesten. Je ziet maar heel weinig meer. Net zo min als wanneer je ’s nachts in een onverlichte omgeving rijd, je ziet dan alleen de dingen dichtbij. Niet toevallig roept Jezus juist gelovigen op: “Gij zijt het Licht der wereld!” (Matthéüs 5 : 14). Door het licht kun je verder weg zien, voorbij aan eventuele obstakels vlakbij. Een schip zonder radar of navigatiemiddelen is ’s nachts verloren op zee. Hierom plaatsen wij vuurtorens aan de kust, ieder met hun eigen unieke schijnsel. Ze wijzen de weg aan de schepen op zee. De meeste schepen hebben tegenwoordig navigatiemiddelen aan boord en koersen hun eigen koers, ze laten zich weinig gelegen liggen aan de vuurtorens op het vasteland. Zo is het ook met een groot deel van de mensheid, ze varen een eigen koers of dobberen maar wat rond. Veel christenen merken dat hun omgeving zich weinig aan het evangelie gelegen laten liggen. Of ze krijgen vervelende reacties, vergelijkbaar met mensen die in het donker met een zaklamp in de ogen geschenen worden. Er zijn echter altijd schepen die wel baat hebben bij het Licht van de vuurtoren, dat is vanuit de vuurtoren zelden te zien, maar het schip op zee ziet de vuurtoren en op korte of langere termijn past het haar koers aan.
Vroeg of laat blijken de navigatiemiddelen echter te beperkt voor die laatste Bestemming. Men komt er nooit mee aan wal, men krijgt geen vaste grond onder de voeten en ieder vaartuig gaat vroeg of laat ten onder. Dat kan men gelaten accepteren en bij de pakken neerzitten tot men op de zeebodem beland is, maar er zijn er ook die, als de nood hoog is, hun laatste hoop vestigen op de gedachte dat die vuurtoren misschien toch redding zou kunnen bieden. Hun SOS blijft nooit onbeantwoord, als vissen worden de drenkelingen aan boord van de Ark gehesen. En iedere keer weer is er blijdschap in de Hemel als een zondaar zich bekeert. De engelen verblijden zich over iedere zondaar die zich bekeert. (Lukas 15 : 7-10). Maar dan moet er iemand zijn die deze zondaar vertelt over de Redder!
Wat gaan wij dan later tegen Hem zeggen?
Ja, sorry Heer, ik had het idee dat ze er niet op zaten te wachten? Ik wilde ze niet lastig vallen? Ik ben op zich nergens bang voor, maar dit zou ik toch echt nooit durven. Of ik nu wil of niet, we hebben die taak nu eenmaal, het is deel van onze identiteit, het is inherent aan ons wezen. “De liefde van Christus dringt ons!” (2 Korinthe 5 : 14). Dezelfde Paulus die deze woorden schreef, sluit vrijwel al zijn brieven af met: “Genade zij u, en vrede van God!” Geloof het of niet, dat is precies waar die mensen op zitten te wachten, al het andere is surrogaat.
De liefde van Christus dringt ons!
De liefde van Christus dringt ons!