De Schepping spreekt over de Schepper. Alles wat we zien is een uitbeelding van wat we niet zien. Er is veel wat we niet (kunnen) zien en waarvan we toch weten dat het bestaat. Omdat we de uitwerking ervan wel zien, we kunnen meten en dus weten we dat het bestaat. Denk bijvoorbeeld aan warmte: we kunnen het voelen en we kunnen de uitwerking van warmte ook wel degelijk zien. Het laat koper gloeien in de gewone gloeilampen, warmte zorgt ervoor dat ijs ontdooit, dat water verdampt, dat een rauw ei hard wordt. De wind kunnen we niet zien, maar de uitwerking ervan wel. Bijvoorbeeld aan de planten die bewegen door de wind. We kunnen de kracht van de wind voelen en de kracht ervan meten.
Daarnaast zijn er zaken in ons eigen leven en onze eigen belevingswereld die niet zichtbaar zijn voor anderen, maar die zeker wel bestaan. Sterker nog, ze vormen vaak de drijfveer voor onze beslissingen. Onze emoties en gevoelens, onze herinneringen en gedachten zijn allemaal zaken die van wezenlijk belang zijn voor ons leven, voor wie we zijn zelfs, maar er is niemand die ze kan zien. Sterker nog, ze zijn op geen enkele wijze te meten! Maar we weten tot in het diepst van wie we zijn dat dit de dingen zijn die echt belangrijk zijn: ze bepalen namelijk wie we zijn.
Uiterlijk als uitbeelding van het innerlijk
Ons uiterlijk kunnen we veranderen, het maakt niet werkelijk deel uit van wie we zijn. Wanneer we onze nagels knippen of naar de kapper gaan en ons haar laten knippen, verliezen we een deel van ons lichaam, maar onze identiteit, wie we zijn, blijft onveranderd. Ook wanneer we, om welke reden dan ook, kilo’s lichaamsgewicht verliezen en er vergeleken met een tijd ervoor veel minder van ons lichaam is, betekent dit absoluut niet dat er minder van ons is. Sterker nog we kunnen ons soms zelfs fitter voelen en hierdoor ‘meer aanwezig’ zijn.
Tegelijkertijd snappen we dat iemand af wil vallen om een reden. We kiezen voor een bepaald kapsel en in zekere mate voor een bepaald uiterlijk, zoals kleding of make-up, omdat we er op een bepaalde manier uit willen zien. Voor zover we invloed hebben op ons uiterlijk, kiezen we voor wat we laten zien aan anderen. Dit is niet slechts zo met ons uiterlijk, maar met alle lichamelijke, uiterlijke, materiële zaken. Dat wat we (laten) zien, zegt iets over wat we niet kunnen zien. We geven bijvoorbeeld een cadeau aan een jarige, om te laten zien dat we blij zijn een jaar van zijn of haar gezelschap te hebben kunnen genieten. Dit maken we tastbaar door het te tonen in het cadeau dat we geven. We zijn blij elkaar weer te zien en tonen dit door elkaar aan te raken, een hand te geven, een knuffel of een kus. Wat we voelen kan de ander niet zien, dus tonen we dit met wat we doen.
Een cadeau beeldt dus iets uit, een knuffel of een kus beeldt iets uit. Het is een symbool. Dit is niet slechts met deze dingen zo. Symboliek is een veelvoorkomende en alom bekende vorm van communicatie. Bij een tekening van een hartje denkt vrijwel iedereen aan liefde of verliefdheid, een slang om een staf gedraaid is het symbool van de apotheker en ga zo maar door. Dingen, plaatjes, symbolen beelden dus een gevoel, een idee of een instantie uit. Schepping spreekt over de Schepper
Beeldspraak Schepping spreekt over de Schepper
In de taal kunnen we het ook hebben over ‘een boom van een kerel’. Waarmee we bedoelen dat de persoon in kwestie bepaalde eigenschappen heeft, die we vooral bij bomen tegenkomen. De boom beeldt als het ware die bepaalde eigenschappen uit. Hij is bijvoorbeeld groot, sterk, niet van zijn stuk te krijgen. Met woorden zeggen we dus iets over wat we zien of zichtbaar maken.
Andersom kan dit ook het geval zijn. Soms heeft een iemand het ergens over, of zoek je iets, waarvan je het idee hebt: “Ik zie het gewoon niet”. Iemand is aan het praten, je hoort de woorden wel, of in elk geval het geluid, maar je begrijpt absoluut niet waar de ander het over heeft. Je zou als het ware net zo goed blind of doof kunnen zijn, want je ziet of hoort niet wat de ander bedoelt. Mensen die letterlijk blind of doof zijn, zijn als het ware de uitbeelding van mensen die figuurlijk, of bij wijze van spreken blind of doof zijn.
Op deze manier heeft God abstracte zaken concreet gemaakt in de Schepping.
Bijbelse uitdrukking
In de Bijbel komen we dit principe dan ook vaak tegen. Romeinen 1 : 19 en 20 zegt bijvoorbeeld dat de ‘onzienlijke dingen’ juist ‘zichtbaar’ worden gemaakt in de schepping. Dag en Nacht bijvoorbeeld beelden Leven en Dood uit. De seizoenen net zo goed. In de Herfst en de Winter gaat het Oude voorbij en in de Lente komt er weer Nieuw Leven uit die ogenschijnlijk ‘Dode Natuur’. Dit gebeurt niet vanzelf. Er is water, in de vorm van regen of sneeuw, voor nodig. Dit zorgt ervoor dat er weer nieuwe planten groeien die op hun beurt weer zaden en vruchten geven. De Bijbel vertelt dat dit uitbeeldt hoe het Woord van God, het water, niet slechts (eeuwig) leven geeft, maar je alles geeft wat je nodig hebt.
Al die plaatjes van de natuur vertellen eigenlijk allemaal hetzelfde verhaal, de Schepping vertelt over de Schepper. De Schepper spreekt door de Natuur tot de Schepping. Helaas lijkt de wetenschap, of in elk geval de Natuurwetenschappen, zich steeds meer te richten op het fysieke, het materiële en gaat zij zo voorbij aan het wezen der dingen. Ze zijn als een kunstcriticus, die een prachtig schilderij ziet en het bestudeert door te kijken naar het soort verf wat gebruikt is en de schildertechniek die werd toegepast. Maar dat schilderij is meer dan vier houten latten en doek en wat verf! Juist bij een schilderij gaat het om het totale beeld wat de schilder wil laten zien. Zijn schilderij vertelt een verhaal, het heeft een boodschap.
Zo is het ook met de Schepping, dat wat we om ons heen zien. Het vertelt een verhaal en dat verhaal geeft zin aan en in het leven: Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. (Hebreeën 11 : 3)
Schepping spreekt over de Schepper
Schepping spreekt over de Schepper
De eerste zin in de bijbel, die ik lees is: In het begin schiep God de hemel en de aarde. Het vertaalde woord voor God is Elohim. Elohim betekent meer als 1 en mannelijk en vrouwelijk.
Dit meervoudig mannelijk zelfstandig naamwoord komt >2500 keer voor in de bijbel.
Het gezin [Bayith] is ook een meervoudig mannelijk zelfstandig naamwoord. Als we lezen in Genesis 1:26-27 dat God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons evenbeeld zodat ze op Ons lijken……mannelijk en vrouwelijk schiep [Hij] de mensen; dan is er voor mij 1 conclusie:
Er is een mannelijk God en een vrouwelijk God. Jesaja[64:8] schrijft voor God: Ben ik niet uw Vader, bent u niet het werk van Mijn handen. Er is dus een Vader; vaders hebben altijd kinderen en die hebben een moeder [Galaten 4:26]; dat is de schepping van God. Laten we de Elohim alle eer geven voor Hun prachtige schepping.